Autobezit lijkt misschien een persoonlijke keuze, maar het is veel meer dan dat. Het beïnvloedt hoe we onze ruimte inrichten, hoeveel plaats er nodig is voor parkeren, en hoe duurzaam onze mobiliteit kan worden georganiseerd. Gemeenten hanteren vandaag uiteenlopende parkeernormen: van 0,6 plaatsen per woning in stedelijke wijken tot minimum 2 in landelijke gebieden. Parkeernormen zijn dus niet altijd even goed afgestemd op de werkelijke behoefte, wat soms zelfs leidt tot een overaanbod aan parkeerplaatsen. Bij Antea Group onderzoeken we welke factoren het autobezit bepalen. Want enkel met die kennis kunnen we parkeernormen afstemmen op de realiteit én bijdragen aan een efficiënter ruimtegebruik.

Waarom is deze analyse belangrijk?

Hoe meer auto’s, hoe meer parkeerplaatsen. Lijkt simpel, maar de gevolgen zijn groot. Te hoge parkeernormen leiden tot een overaanbod en dus tot verspilde ruimte die beter benut kan worden voor groen, ontharding of publieke functies. Te lage normen zorgen dan weer voor parkeerdruk op het openbaar domein, zoals straten en pleinen.

Door inzicht te krijgen in wat autobezit beïnvloedt, van bevolkingsdichtheid tot bereikbaarheid, kunnen we die balans beter vinden. Zo helpen we de doelstellingen van de modal shift uit de vervoerregioplannen waar te maken: minder autogebruik, meer duurzame alternatieven.

Hoe sluit dit aan bij de Green Deal Deelmobiliteit en Wonen?

Autodelen is een belangrijke schakel in de transitie naar minder autobezit. Uit onderzoek van WayToGo blijkt bijvoorbeeld dat autodelers gemiddeld minder auto’s bezitten dan niet-autodelers in vergelijkbare omgevingen. Binnen de Green Deal Deelmobiliteit en Wonen loopt bovendien een focusgroep rond de vervangratio van deelwagens. Tijdens het recente terugkommoment voor alle ondertekenaars stelden wij ons onderzoeksproject voor rond autobezit en de ruimtelijke factoren die daarin een rol spelen.

Hoe gingen we te werk?

We startten met data over het gemiddeld autobezit per huishouden, beschikbaar tot op het niveau van statistische sectoren. Die gegevens koppelden we aan andere factoren zoals: 

  • demografie
  • knooppuntwaarde
  • bevolkingsdichtheid
  • bereikbaarheid met o.a. openbaar vervoer of fietssnelwegen

Met een statistische analyse onderzochten we welke verbanden het sterkst waren. Zo konden we beter begrijpen welke elementen het autobezit sturen.

Toepassingen in de praktijk

De resultaten van dit onderzoek helpen bij het objectiveren van de parkeerbehoefte in (nieuwe) woonprojecten. Dat leidt tot een efficiënter gebruik van ruimte en materialen, zonder parkeerdruk af te schuiven op de publieke ruimte. Daarnaast vormt het onderzoek een waardevolle basis voor stedenbouwkundige instrumenten zoals ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) en stedenbouwkundige verordeningen. Op die manier dragen we bij aan een leefbare, duurzame en toekomstgerichte woonomgeving.

Met dit onderzoek versterken we onze rol als gids die niet enkel kijkt naar cijfers, maar vooral naar de impact ervan op mens en omgeving. Minder parkeerplaatsen betekent niet minder comfort, maar meer ruimte voor de toekomst.