De Europese Unie trekt aan de alarmbel: producten die bijdragen aan ontbossing krijgen geen plaats meer op de Europese markt. Met de nieuwe EU-Deforestation Regulation (EUDR) zet de EU een stevige stap richting meer duurzame handel. Voor bedrijven betekent dit een dubbele boodschap: er zijn risico’s, maar vooral ook kansen voor wie inzet op transparantie en duurzaamheid.

Wat houdt de EUDR precies in?

De kern van de verordening is duidelijk: producten op basis van runderen, palmolie, soja, cacao, koffie, rubber en hout – én hun afgeleiden  – mogen enkel verhandeld worden onder twee voorwaarden:

  1. Ze zijn afkomstig van percelen die sinds 31 december 2020 niet ontbost of ecologisch gedegradeerd zijn, én

  2. Ze zijn geproduceerd in overeenstemming met de wetgeving van het land van herkomst.

De regels gelden voor alle bedrijven die dergelijke producten produceren, importeren of exporteren binnen de EU. De deadlines:

  • 30 december 2025 voor grote en middelgrote ondernemingen
  • 30 juni 2026 voor micro- en kleine ondernemingen, op voorwaarde dat ze al vóór eind 2020 bestonden en klein bleven

Marktdeelnemers, de toegangspoort tot de EU

Marktdeelnemers zijn bedrijven die een product voor het eerst op de Europese markt brengen, zoals importeurs of producenten. Zij dragen de grootste verantwoordelijkheid. Voor elke partij goederen moeten ze een due diligence-proces doorlopen:

  1. Informatie verzamelen: onder meer leveranciersgegevens, productieperiodes, legale bewijsstukken én de exacte geocoördinaten van de productiepercelen.

  2. Risicoanalyse en mitigatie: nagaan of er risico bestaat op ontbossing of illegale productie en dit risico actief beperken.

  3. Verklaringsplicht: een officiële Due Diligence Statement indienen in het centrale EU-systeem (TRACES NT), waarin verklaard wordt dat het risico verwaarloosbaar is. Bij elke indiening hoort een uniek referentienummer, dat je vervolgens moet doorgeven aan de douane en ook aan de kopers van het product. Zonder deze verklaring mag het product de markt niet op.

Handelaars: transparantie in de keten

Niet alleen marktdeelnemers, ook handelaars krijgen verplichtingen:

  • Gote handelaars moeten, net als marktdeelnemers, zelf een due diligence-verklaring indienen. Ze mogen zich daarbij baseren op de verklaringen van hun leveranciers, maar moeten altijd een eigen verklaring indienen met verwijzing naar de juiste referentienummers.

  • Kleine en middelgrote handelaars (kmo's) hebben een lichtere verplichting. Zij hoeven geen eigen verklaring in te dienen, maar moeten wel vijf jaar lang de referentienummers van de upstream due diligence bewaren en aantonen van wie ze hebben gekocht en aan wie ze geleverd hebben.

Op die manier draagt iedereen bij: grote spelers nemen actief verantwoordelijkheid, terwijl kleinere bedrijven vooral voor transparantie en traceerbaarheid zorgen.

Wat als je niet voldoet aan de voorwaarden?

De sancties liegen er niet om: van hoge boetes en inbeslagname van goederen tot zelfs uitsluiting van openbare aanbestedingen en subsidies. Het is duidelijk dat de EU het menens is: bedrijven die hun huiswerk niet op orde hebben, riskeren zware gevolgen.

Last of kans?

Op korte termijn kan de EUDR aanvoelen als een extra administratieve last. Bedrijven moeten nieuwe processen opzetten, systemen voor traceerbaarheid inrichten en nauwer samenwerken met hun leveranciers. Toch biedt ze ook kansen: wie inzet op traceerbaarheid en duurzaamheid, kan zich onderscheiden, consumentenvertrouwen winnen en reputatierisico’s vermijden. Wie vandaag al begint met voorbereiden, bouwt een voorsprong op. De bedrijven die nu investeren in robuuste due diligence-processen, zullen straks niet alleen compliant zijn, maar ook sterker in de markt staan.
 

Neem contact met ons op!

Wil je weten wat de EUDR voor jouw organisatie betekent en hoe je je hierop kan voorbereiden? Neem gerust contact met ons op. Onze experten denken graag met je mee.