Door de toenemende verhardingsgraad kan regenwater moeilijker de bodem insijpelen. Dit leidt alsmaar vaker tot verdroging of overstromingen, ook in Vlaanderen en Brussel. Overheden en waterbeheerders stellen daarom steeds strengere eisen aan de ontwikkeling van nieuwe bouwprojecten. Door regenwaterbeheer te optimaliseren, kunnen ontwikkelaars niet alleen voldoen aan deze eisen, maar ook bijdragen aan een duurzamere en veerkrachtigere leefomgeving. Maar hoe gaat dat precies in zijn werk?

Verschillen tussen Vlaanderen en Brussel

In zowel Vlaanderen als Brussel zijn er richtlijnen en regelgeving opgesteld om de waterhuishouding te optimaliseren. In Vlaanderen focussen die op strikte normen, terwijl in Brussel de nadruk vooral ligt op de (gemodelleerde) uitkomst van het bouwproject. Beide regio's willen de infiltratie, opvang en het hergebruik van regenwater bevorderen volgens de Ladder van Lansink.



Zoals je kan zien in de afbeelding zijn er regionale verschillen die voor ontwikkelaars van belang zijn bij het plannen en uitvoeren van projecten. Hoe komt het dat er in Brussel nog een extra trede op de ladder voorkomt? En waar komt dat verschil precies vandaan?

  • In Vlaanderen is er een systeem ontwikkeld voor gescheiden inzameling van afval- en regenwater. Dit betekent dat regenwater zoveel mogelijk op het eigen perceel geïnfiltreerd moet worden om het grondwater aan te vullen. Zo worden overstromingen en droogteperiodes verminderd.
  • In Brussel is de aanleg van gescheiden rioleringsstelsels echter minder gebruikelijk door de complexiteit van het bestaande netwerk en de beperkte ruimte. Daarom ligt hier de focus voornamelijk op het afkoppelen van regenwater en de afvoer naar oppervlaktewater in plaats van de riolering.

Geavanceerde simulaties voor optimaal waterbeheer

Kwaliteitsvolle waterhuishoudingsstudies zijn essentieel voor projectontwikkelaars en bedrijven die duurzaamheid en efficiëntie hoog in het vaandel dragen. Bij Antea Group gebruiken we geavanceerde simulaties, zoals het hydrodynamisch model InfoWorks-ICM en het SIRIO-bakkenmodel, om gedetailleerde inzichten te krijgen in waterbeheer. Deze modellen brengen hergebruik en infiltratie van water nauwkeurig in kaart, waardoor we waterveiligheid kunnen garanderen en duurzame oplossingen kunnen ontwikkelen.

Hoe werkt dat in de praktijk? Onlangs hebben we geholpen bij de uitbreiding van een school in Antwerpen. We bepaalden de juiste grootte van een regenwaterput en gaven advies over het aanleggen van groendaken en het hergebruiken van water, in plaats van het rechtstreeks naar de riolering af te leiden. Ons advies leidde tot oplossingen die minder ruimte in beslag nemen én perfect passen bij de doelstellingen van het uitbreidingsproject. Zo konden we – tot tevredenheid van alle betrokken partijen - bijdragen aan een groeigerichte leeromgeving, die beter bestand is tegen waterproblemen en waar water op een positieve manier wordt gebruikt.

Meer weten over natuurversterkende stedenbouw?